Ik doe mee -
Zwolle RA001-465 Register van gerechtelijke vonnissen in strafrechtelijke (criminele) zaken 1639-1720
Nieuwe nummering: 0700-3795
f275-f276 dd.28-01-1697
Alzo Gijsbert van Egeren, tegenwoordig alhier in hechtenis gedetineerd wordende, vrijwillig geconfesseerd en beleden heeft, hoe dat hij gedetineerde op laatstleden zaterdag en 8 dagen tevoren des avonds zijnde geweest in een herbergje gent. de Koe, zich aldaar eerst geslagen en ook verder moeilijkheden aangezegd heeft. Dat hij daarna met en nevens de mede-gedet: Jurjen Stevens en nog een derde, des avonds omtrent 9 uren van daar uitgegaan zijnde en vervolgens in't Vismarkt steegje hebbende gerencontreerd zekere dienstmeid, hij eerst gezegd heeft, dat is een hoere, dat daarop Jurjen Stevens de gezeide dienstmeid bij de schorteldoek gegrepen en dezelve daarmede heeft willen staande houden, zulks dat door't sterk trekken de band daarvan zijnde gebroken, hij Jurjen Stevens den schorteldoek in zijn handen heeft gehouden, en is aldus de gemelde dienstmeid losgeraakt en vervolgens door't bijkomen van drie manspersonen op't gehoor van haar geroep, hun ontkomen en hetzelve gevoegd zij verscheiden andere foules, insolent en moetwilligheden voormaals bij de gedet: begaan, zijnde zaken in een land van justitie geenszins tolerabel, maar anderen ten exempel strafbaar.
Zo is't dat Bm.ren, Schepenen en Raden, gratie dan nog voor rigeur van justitie prefererende de voorn. Gijsbert van Egeren daarover hebben gebannen voor de tijd van 10 jaren uit deze stad, deszelfs vrijheid en schoutampt van Zwolle, mitsgaders mede uit de gehele provincie van Overijssel, zonder binnen gezeide tijd daarin wederom te zullen mogen komen, op poene van zwaarder aan den lijve te zullen worden gestraft.
Actum in Senatu den 28 Jan. 1697 Coss. Kam. Ittersum en Queisen.
Resumptum den 29 Jan. 1697 Coss. ut supra.
f277-f278 dd.28-01-1697
Alzo Jurjen Stevens, tegenwoordig alhier in hechtenis gedetineerd wordende, vrijwillig heeft geconfesseerd, hoedat hij nu omtrent een jaar geleden, op een nacht heeft geassisteerd het inslaan van de glazen van 3 à 4 lantaarnen, voorts dat hij op laatstleden zaterdag en 8 dagen des avonds omtrent 7 uren, zeker manspersoon, komende gaan voor bij zijns gedetineerdens ouders woning, dezelve eerste met onbehoorlijke woorden aangesproken, en daarna met de blote degen over zijn schouders geslagen heeft, zulks dat daarvan een stuk is afgesprongen, en dan nog dat hij diezelve avond omtrent 9 uren, met en nevens Gijsbert van Egeren en nog een derde hebbende gerencontreerd in het Vismarkt steegje, zekere dienstmeid, dezelve, nadat Gijsbert van Egeren eerst gezegd hadde, dat is een hoere, bij haar schorteldoek gegrepen, en aldus heeft willen staande houden, zulks dat de band daarvan zijnde gebroken, hij de schorteldoek in zijn handen heeft gehouden, en de gemelde dienstmeid alzo los geraakt, en vervolgens door't bijkomen van 3 manspersonen op't gehoor van haar geroep hun ontkomen is, en dan hetzelve zijnde zaken, in een land van justitie geenszins tolerabel, maar anderen ten exempel strafbaar. Zo is't dat Burgermeesteren, Schepenen en Raden, gratie dan nog voor rigeur van justitie prefererende, de voornoemde Jurjen Stevens hebben gebannen voor de tijd van 12 jaren uit deze stad, vrijheid en schoutampt en de gehele provincie van Overijssel, zonder daarin te mogen komen op poene van aan den lijve te zullen worden gestraft.
Actum in Senatu den 28 Jan. 1697 Coss: Cam: Ittersum en Queisen.
Resumptum den 29 Jan: 1697 Coss: ut supra.
en deze dan ?--
f489-f490 dd.31-08-1717
Alzo Jacob van Egeren, geboortig alhier van Zwol, bekend heeft, dat hij omtrent een jaar lang nu en dan met Catharina Troupé, als man en vrouw buiten echt heeft geleefd en zij in die tijd bezwangerd en in de kraam is bevallen.
Dat hij zulke vernomen hebbende, van Zutphen alhier bij haar is gekomen en uit andere informatie is gebleken, dat hij zich toen op zekere dag zeer dronken gedronken hebbende de voors. Catharina nog maar omtrent 14 d. oud kraams zijnde, deerlijk heeft geslagen en mishandeld, 't kind haar ontnomen, daarmede is weggegaan en eindelijk hetzelve aan een meisje even buiten de Kamperpoort, om, zo hij zegt, hetzelve aan de moeder te brengen, heeft gegeven, die niet wetende waar met het kind zou blijven, hetzelve aldaar op de straat heeft neergelegd. Dat hij, na de overgave van't voors. kind aan gemeld meisje, is weggegaan en alzo 't voorn. kind, zonder daar enige zorg voor te dragen, heeft verlaten, 't welk zaken zijnde die anderen ten exempel moeten worden gestraft.
Zo is't dat Burgermeesteren, Schepenen en Raden gemelde Jacob van Egeren condemneren om te worden gebannen voor de tijd van 6 jaren bannen uit de stad, vrijheid en schoutampt en uit de gehele provincie, bij poene van aan den lijve te zullen worden gestraft, zullende voorts door de Schout bij Nagt worden uitgeleid.
Aldus gearresteerd in Senatu den 31 Aug. 1717 Coss: Keiser en van Rijssen, geresumeerd den 1 Sept. iisdem Coss: en met openen deuren gepronuncieerd.
Catrina Trophe
1717-05-02
Tekst: en haar man Jacobus van Egeren laten hun zoon Jacobus dopen