Thijs Gerrits Snel, veerman op Katerveer.

[Egbert_]

Nu we weten dat er twee Roelof Heijmerichs zijn, lijkt me dat de nakomelingen die genoemd worden in het Leenrepertorium geen binding hebben met Jenneken Thonis Cruijner.

Om daar zekerheid over te krijgen, lijkt het me, dat de verwantschap met Philibert de Wolffs gevonden moet worden:

17 jan 1614: Roeloff Heimericksen wordt, zoals Philibert de Wolffs daarmee als laatste was beleend, beleend met helft van het goed ten Westenrade te Zalk

Roeloff Heimericksen koopt het goed niet, maar verwerft het. Er moet een verwantschap zijn tussen hem, of zijn vrouw, met Philibert de Wolffs.
NB: 17 jan 1614 is na het overlijden van Janneken Kroeners frouw van Roelef Heimericks (begraven 06-07-1604)

[ria van bessen]

Hoe moeten we de volgende akte lezen:

f376 - Eodem die [7 aug 1638], Judice et assessoribus ut supra.
In het Gericht is verschenen Andries Roeloffs Cruijner, Schultes tot Sallick, nagelaten zoon van zaliger Roeloff Heijmerinck, bij zijn eerste huisvrouw geprocreerd. Hij heeft de herediteit van zijn vader voor een zesde part mede "geadieert" en aanvaard, en tot verborging van het sterfhuis voor zijn quota tot onderpand gesteld en als verzekering daarvan gesubmitteerd en gesteld, gelijk hij submitteert en stelt mitsdezen, zijn aling gedeelte en al zijn recht en gerechtigheid van zijn voorschreven vaders herediteit, zowel gerede als ongerede, waar en tot welke plaatsen deze gelegen mochten zijn, niets uitgezonderd. En daarnaast verbindt hij daarvoor zijn comparants persoon en al zijn goederen. In welke verbintenis de huisvrouw van de comparant, in Judicio mede present zijnde, mede geconsenteerd en bewilligd heeft.

Er staat duidelijk: uit het eerste huwelijk van zijn vader. Vanwege zijn achternaam vermoed je dat hij een zoon is van Jenneken Thonis Cruijner. En er zijn toch geen 2x Roeloff Heijmerinck die in 1638 overlijden.

- 25-11-1610 Roelef Lemmericks van Apeltoren wonen met de Scholtes tot Sallick, en Segle Jans sa. Willem Dijcks n.weduwe tot Ittersum
- 21-02-1626 Roeleff Heijmericksen van Ittersum en Henrijcken Gijsberts, Gijsbert Berents tot Heerde dochter

f486 - 15 feb 1625 - Richter Cornelis van Dongen.
[-] Roeleff Heijmericks. [-] [aan] zijn stiefzoon Jan Willems Dieck, al zijn gerede goederen, [-] in aller gestalte als de donatianus Jan Willemss(en) zijn quota, daar van aan de donator heeft gegeven en vermaakt [-]

Daar hoort bij:

17 febr. 1625: Jan Willems Dieck, ziek liggend aan de pest, testeert. Hij benoemt tot erfgenamen zijn schoonvader Roelef Heymerichs, zijn moije Merchien Jans, gehuwd met Giesbert Roelefs, zijn broers Roelef en Egbert Willems Dieck en de kinderen van zijn overleden zus Aeltie. Zijn ouders waren wijlen Willem Dieck en wijlen Hilligien Jans.
Uit: Waar was Willem Dijck gebleven

Kun je het testament van Roeleff Heijmericks ook zo lezen, dat hij Jan Willems Dieck erfgenaam maakt van alles wat hij van hem gekregen heeft of is nalaten. Beide testamenten hebben bijna dezelfde datum. Roeleff Heijmericks lijkt van de erfenis van Jan Willems Dieck, ziek liggend aan de pest, een soort van vruchtgebruik te maken. Na het overlijden van Roeleff Heijmericks krijgen de erfgenamen van Jan Willems Dieck het deel dat Roeleff Heijmericks als soort van vruchtgebruik heeft.

En Odette heeft de volgende akte geplaatst op haar site:

27 juli 1614 :
Als erfgenamen van salige Toenis Crouer compareren Roeloff Heymerichs tho Ittersum en Thijdeman Everts, caverende voor Zeijger Toinis Creuer [...] Backer tho Campen. Rekening van de reliqua van de goederen van Gerrit Cornelissen, bevattend het Koijman goet, voor 553 goltgld, en verkochte percelen, voor 157 dal, zodat de somma 1009 goltgld 14 st bedraagt. [ORA Zalk 36]. 1614: Stukken betreffende het appèl van Otto Sticker namens zijn vrouw Aleid van Neerden op het vonnis van het adellijk schoutengericht van Zalk in het door hem gevoerde proces in 1614 tegen de erfgenamen van wijlen de schout Tonnis Croener van Zalk over een stuk land, de Langenkamp, schoutambt Zalk.
Bronnen: HCO, Hoge Bank van Klaring van Overijssel, toegang 29, nr.686

Dan kan de overleden Roelof Heijmeriks [1638] dus nooit dezelfde zijn als de vader van Bijchien Roelofs.
Toch?

[Egbert_]

Dan kan de overleden Roelof Heijmeriks [1638] dus nooit dezelfde zijn als de vader van Bijchien Roelofs.
Toch?

Bewijs dat maar eens zonder die ene akte in Kamperveen. Op grond van één akte alle overige aanwijzingen / bewijzen als niet toedoend wegzetten vind ik nog al stevig.

Is het dan gewoon toevallig dat ene Roelof Heijmeriks in 1614 beleend wordt met het goed, terwijl er ook een Roelof Heijmericks is, die in 1614 erfgenaam is van zijn schoonvader Toenis Cruyner.

Om maar iets te noemen.

En die Roelof Heijmeriks die nog leeft in 1677, dat is de Roelof Heijmeriks van het leenrepertoir? Volgens het leenrepertoir is hij voor 12 nov 1655 overleden.

Pas als bewezen is hoe Roelof Heijmeriks aan dat leengoed kwam, is er echt bewezen wat de waarde is van die akte in Kamperveen. Tot die tijd is er onduidelijkheid.

[ria van bessen]

Hoe lees je deze zin dan?

[-] Vervolgens heeft de genoemde testateur gewild en verordonneerd, dat de voorschreven zijn erfgenamen gemeenschappelijk [in het gemeen] zullen krijgen [hebben] en genieten alle landerijen, zoals die in dit Gericht als in andere Gerichten gelegen zijn, zoals die hem van zijn zaliger moeder Hillegin Jans en zijn broer en zuster aangeërfd en aangestorven zijn, en verder nog de 800 goudguldens als hem testateur van zijn zaliger vader Willem Dieck aangeërfd zijn en hem bij maagscheiding voor het vaders goed toegelegd zijn, "ende offt geuijel", dat als de voorschreven Roeleff Heimericx van deze wereld komt te overlijden (: zonder wettige geboorten na deze te procreren , dat dan in zo'n geval hij testateur wil dat de voorschreven erfenis zal devolveren en erven op zijn broers en zusters kinderen voorschreven, [-]

Deze Roelof is in ieder geval dezelfde als die met Hendrikje Gijsberts trouwt. En overleden voor 5-8-1638

f374 - 5 aug 1638 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Derck Roeloffs, luitenant, en Jan Claessen Brouwer.
Verschenen zijn Willem Seijne tot Ittersum en Hessel Jansen op den Kolck tot Suijthem, die tot mombers zijn gesteld over de twee nagelaten onmondige kinderen van zaliger Roeloff Heijmericks, met name
Heijltien en Jennegien Roeloffs, dochters, geprocreerd bij zaliger Henrickien Gijsberts, deze Roeloff Heijmericks zijn laatste huisvrouw. Welke Willem en Hessel de momberschap hebben aangenomen en beloofd hebben dezer kinderen beste te doen, en te "verplegen", en alles te doen, dat goede en getrouwe mombers toestaat.
En zijn deze mombers tot assistent bijgevoegd de E. Roebert van der Beeck, burgemeester, en Albert Arentsen, vaandrig, die mede de voorschreven momberschap hebben aangenomen en beloofd de voorschreven mombers met goede raad te assisteren, en zo veel mogelijk behulpzaam [behulpelijck] te zijn, en der kinderen beste te helpen doen.
Verder is [het] door deze mombers en de verwanten [vrunden] van de kinderen zijn in het Gericht dienstig gevonden en door het Gericht geaccordeerd, dat alle mobilia [meubilen], beesten [bestialen], zaadgewas en huisraad van de boedel van voorschreven Roeloff Heijmerick na voorgaande kerkensprake alhier en ter naast liggende plaatsen te doen, openbaar ten overstaan van het Gericht te doen verkopen tot het meeste profijt van de kinderen door Engbert Willems, en de penningen daarvan te ontvangen, waartoe deze Engbert Willems bij dezen wordt geauthoriseerd, mits [dat] hij daarvan zijn administratie doet en van de ontvangsten behoorlijke rekening, bewijs en reliqua doet.
[Geen ondertekening vermeld].

En kan hij dus nooit de aanwezige bestevader zijn van Bijgien Gerrits de dochter van Gerrit Gerrits Backer en Bijchien Roelofs
Volgens jouw gegevens is die bestevader Roelof Heijmerinks -

[ria van bessen]

bericht 2

Maar hij is wel de vader van Andries.

f384 - 2 aug 1645 - Richter "Substituijt" Jacob van Muijden.
Keurnoten Mr. Rotger Carsten en Jan Lambertsen van Vreren.
In het Gericht zijn verschenen Andries Roeloffsen Cruijner, Scholtis tot Sallick, en zijn huisvrouw Elssien Rewerts, zijnde Elssien Rewerts geassisteerd met haar man en momber Andries Roeloffsen Cruijner. Zij verklaarden voor hun en hun erfgenamen erfelijk te hebben verkocht, gelijk zij verkopen mitsdezen, voor een somma van penningen hun comparanten ten genoegen voldaan en betaald, aan Bartolmeus de Wilde [die Wilde], zijn huisvrouw Jennegien Cornelis en hun erfgenamen een jaarlijkse losrente van 22 Caroli gulden en 10 stuivers, de gulden tot 20 stuivers gerekend, vrij geld, zonder korting van verponding of enige andere ongelden, zoals daar reeds op gezet zijn of namaals nog op gezet mogen worden, uit de helft van 8 morgen land genoemd Cockmans Landt, gemeenschappelijk en ongescheiden met Gijsbert Berentsen te Hattem, gelegen in t' Seckdoorn te Suijtem in dit kerspel van Swolle. Zijnde vrij eigenlijk goed, en is deze rente de eerste die daar uit gaat, naast de helft van 18 goudguldens, verder [voorts] 25 goudguldens, en nog 35 Caroli gulden jaarlijks daar uit voor dezen verschreven. Deze rente te betalen jaarlijks en alle jaren op 2 augustus, waarvan op 2 augustus 1646 de eerste rente zal verschijnen en moet [deze] betaald worden. En zij comparanten gingen de voorschreven jaarlijkse rente van 22 Caroli gulden en 10 stuivers uit hun voorschreven helft van Cockmans Landt "alsoo" in het Gericht uit aan en ten erfelijken profijte van Bartolomeus die Wilde, zijn huisvrouw en hun erfgenamen voorschreven. Belovende "dieselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht, en altijd desnoods en verzocht zijnde [een] beter en sterker vestenis te doen. Voorbehoudens echter hun comparanten en hun erfgenamen en nakomelingen om deze rente altijd te mogen [af]lossen en kwijtkopen met 450 Caroli gulden kapitaal, ten prijze voorschreven, wanneer de opzegging daar van 1/4 jaar voor de verschijndag zal zijn gedaan. Zonder argelist.
- De comparant zal mede zegelen en tekenen.

f73 - 13 dec [10ber.] 1634 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Jan van Duiren en Conradus Muntz, Procurators.
In het Gericht is verschenen de E. Goerdt Willemsen Greve, voor hem zelf en als man en gerichtelijke "gekoren" en toegelaten momber van zijn huisvrouw Juttin Egbers, present zijnde. De voorschreven eheluiden bekenden voor hun en hun respectievelijke erfgenamen en nakomelingen in een steden vaste erfkoop erfelijke en "ommermeer" /: om een somma van penningen ten genoegen voldaan en betaald :/ te hebben verkocht aan Roeloff Heijmericks en zijn huisvrouw Henrickin Gijsbers, "sampt derselver" erfgenamen alzodanige 8 morgen land, genaamd Cockmans Landt, gelegen in het kerspel van Swol in de buurtschap Suijtem in t Seckdoren. Zijnde een vrij eigenlijk goed, kommervrij van jaarlijkse renten en "uijtganck, dannoch" met zijn raad en onraad, recht en gerechtigheid, zoals de verkopers de voorschreven 8 morgen land hebben bezeten en gebruikt, waar naast boven aan gelegen en geland is de Moddermaete, en beneden Jonkheer Merthens [zijn] landerijen, breder [volgens de] inhoud [van de] koopcedule in dato 10 augustus 1621 tussen de verkoper en de koper opgericht en ondertekend. En de voorschreven verkopers gingen de 8 morgen land voor hun en hun erfgenamen, met de raad en onraad, recht en gerechtigheid [doorgestreept: conform de koopcedule als voorschreven] aan de koper en diens huisvrouw en hun erfgenamen "alsoe uijt" volgens Landrecht. Belovende de voorschreven landerijen te willen wachten en waren voor alle evictie en opspraak, als hier over te eniger tijd ontstaan zal mogen. Zonder arg of list. Actum ut supra.
- Op verzoek van de verkopers zal de Jonkheer Arent van Oldeneel [doorgestreept: zal Albert Aerents, vaandrig] mede zegelen en tekenen.

[ria van bessen]

bericht 3

Zwollerkerspel invnr 606 f481 - 3 apr 1647 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Roeloff Dercksen Moillener en Peter Arents.
In het Gericht is verschenen Gijsbert Berentsen, woonachtig te Hattem, verder zijn zoons Berent Gijsberts en Henrick Gijsberts, voor hun en hun huisvrouwen voor wie zij de rato caveren, alsmede tesamen en elk apart [besonder] caverende en zich sterk makende voor Bijgien Gijsberts en Jannegien Gijsberts samen [met] hun respectievelijke mannen. Zij verklaarden in die kwaliteit erfelijk te hebben verkocht, gelijk zij verkopen mitsdezen, voor een somma van penningen "soo meestendeel tot affdoening" van een obligatie aan camr. Ter Beeck, en verder tot betaling van andere schulden van het erfhuis van zaliger Roeloff Heijmerickx gekomen en "haer oversulcx ter neuge voldaen ende betaelt is", aan Jacob van Muijden, gerichtschrijver van het Scholtambt van Swolle, zijn huisvrouw Maria Cortes en hun erfgenamen een jaarlijkse rente van 25 Caroli gulden tot 20 stuivers het stuk, vrij geld, zonder korting, uit hun comparantens helft van 8 morgen land, gemeenschappelijk met de Scholtis van Salck, gelegen te Suijtem in t Seckdoorn in dit kerspel van Swolle en genoemd Coelmans [Cockmans] Landt; zijnde vrij eigenlijk goed, en is dit de eerste rente die daar uit gaat, naast 9 goudguldens jaarlijks, zijnde de helft van 18 goudguldens waarmee die 18 morgen in het geheel mede bezwaard zijn. Deze rente van 25 Caroli gulden te betalen jaarlijks en alle jaren op "St. Martens dach", waarvan op Martinij 1617 de eerste rente zal verschijnen en pro rato temporie betaald zal worden. Belovende "dieselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht, en altijd desnoods en verzocht zijnde [een] beter en sterker vestenis te doen. Voorbehoudens dat het hen comparanten, hun erfgenamen en nakomelingen altijd zal vrijstaan de voorschreven rente af te lossen en kwijt te kopen met een kapitaal van 500 Caroli gulden ten prijze voorschreven, wanneer de opzegging daarvan 1/4 jaar voor de verschijndag zal zijn gedaan. Zonder argelist.
- Gijsbert Berentsen zal zelf mede zegelen en tekenen voor hem en zijn kinderen.

[ria van bessen]

bericht 4

Zwolle recognitien
f595 dd.23-08-1615
Bekende Borgermeister Gerrijt Brandenborch dat hij hiervoor met Roeloff Heimerinck tot gelijken rechte gekocht heeft zekere landerijen genaamd het Sonder groot 32 mergen, gelegen int Seckdoeren, leenroerig de praebstie van Deventer, waarvan de belening op voors. Brandenberch is geschiet, bekennende dannog gemelde Gerrijt Brandenberch dat de gerechte helft van de voors. landerijen met alle profijte vandien, de voors. Roeloff Heimerinck met zijn huisvrouw toebehoren, voorbehouden nochtans dat de voors. Roeloff Heimerinck wederom bekende dat gemelde Borgermeister Gerrijt Brandenborch alleen aan zich geworven en ingelost heeft een rentebrief van 800 glgl. hoofdsomme waarvan hij de helft nog over het halve goed van Roeloff voors. is hebbende.
Actum voor Schepenen Mr. Arent Gerrijtz en Engbert Engbertzen


Zwolle recognitien
f536 dd.24-08-1639
Erschenen Andries Roelofs Cruiner en heeft Louwe Jansen tot Campen overgewezen 80 car.gl. om dezelve uit de nalatenschap van z. vader Roelof Heimrix, of uit de penningen zo hem nog van't sterfhuis voors. als creditum zijn competerende, te mogen ontvangen.
Schepen Herman Ewolts

Ik stop ermee, ik ben uitgezocht.

[Egbert_]

Goed om de gegevens op een rijtje te zetten, denk ik

25-11-1610 Roelef Lemmericks van Apeltoren wonen met de Scholtes tot Sallick, en Segle Jans sa. Willem Dijcks n.weduwe tot Ittersum (trouwboek Zwolle)
Schout van Zalk en Wilsum 1589-1613: Antonij Cruyner
In 27 juli 1614 is Roeloff Heymerichs tho Ittersum erfgenaam van Antonij Cruyner
Janneken Kroeners, frouw van Roelef Heimericks begraven 06-07-1604 te Zalk zal dan de dochter van Antonij Cruyner geweest zijn
Uit dit huwelijk in ieder geval Andries Roelofs, die ook schout te Zalk wordt. 1626, den 3 sept: Andrees Roelefs schultes (lidmatenboek Zalk)
Hij trouwde 22-11-1622 te Kampen met Elsjen Reverts Storck en 09-04-1652 eveneens te Kampen met Geesjen Hendriks.
Vrij kort na zijn tweede huwelijk overlijdt hij: 8 dec 1653: Francke Roeloffs wordt voogd over Jannechien Cruijner, nagelaten dochter van Andries Roelofss: Cruijner, in sijn leven t Schultis van Zallick [ORA Zalk, Fol. 12 Ao 1653 den 8 decemb (niet vermeld of er verwantschap tussen Francke Roeloffs en Andries Roelofss: Cruijner is, en zo ja hoe)
In 1638 is er een vermelding: Andries Roeloffs Cruijner, Schultes tot Sallick, nagelaten zoon van zaliger Roeloff Heijmerinck, bij zijn eerste huisvrouw geprocreerd.
Rolof Heimericks en Heiltien en Gijsbert Rolofs en Merrigien (=zus van Heiltien) kopen in 1618 een erf
Dan in 1625 is Heiltien blijkbaar overleden, een zoon uit haar eerste huwelijk maakt dan een testament en benoemt: schoonvader Roeleff Heijmericx met zijn zaliger moeder. Schoonvader = stiefvader. Deze zoon, Jan Willem Dijck, benoemt o.a Roelef Heymerichs tot zijn erfgenaam. Onder voorwaarde, dat als Roelef Heymerichs geen wettige erfgenamen meer verwekt, de erfenis terug zal komen naar andere erfgenamen van Jan Willem Dijck.
Roelef Heymerichs zou hertrouwen en tenminste twee wettige kinderen verwekken.
21-02-1626 Roeleff Heijmericksen van Ittersum en Henrijcken Gijsberts, Gijsbert Berents tot Heerde dochter
Dan in 1638. Gijsbert Berentsen, wonende tot Hattum, als bestevader van de voorschreven twee onmondige dochters van zaliger Roeloff Heijmerick, geprocreerd bij zijn comparants dochter Henrickien Gijsberts, stelt voogden aan.

.

In de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen wordt ene Roeloff Heijmerinck beschreven
Roeloff Heimericksen wordt, zoals Philibert de Wolffs daarmee als laatste was beleend, beleend met helft van het goed ten Westenrade te Zalk
Uit die leenprotocollen is op te maken dat:
Roeloff Heymerinck voor 12 nov 1655 is overleden, hij een zoon Franco Roeloffs Heymerinck had, een dochter Bijchien Roeloffs Heijmerinck had.
Verder kleinkinderen
Bijchien Gerrits, dochter van Bijchien Roeloffs Heijmerinck en Gerrit Gerritsen Backer. En zoon Jacob Thomassen van Bijchien Roeloffs Heijmerinck
Marrichien Geurts en haar man Jan Isebrants
Heijmerinck Geurts
Dan nog: Rutger Janssen, Heijmerinck Jochims, Claes Hermsen en Jacob Jochims, Gese Jochems
In de dtb boeken van Zalk is terug te vinden:
1622 Guert Roelefsen Roelef Heimericks soon Sallick Gertien Cornelis Cornelis Claasens dochter Genne
1640 Franco Roelefs soone van Roelef Heijmericks Zallick Willemtien Jacobs dochter van Z Jacob Jansen Oldebroeck
Dopen met vader Franco Roelofs: Jan (1640), Jacob (1641), Swaentien (1643), Bychjen (1645), Heijmerick (1646), Trijntje (1647), Marrichien (1648)
05-09-1618 Jacob soon van Roelef Heimericks begraven

Ook is er nog:
1614 Jochum Dercks Camperveen Goude Roelefs (trouwen)
12-03-1615 Heijmerick (zoon van) Jochum Dercks
En dan is er in R. A. Kamperveen een akte: Gonde Roleffs weduwe van zalige Dirrick Jochims en heeft over haar 4 onmondige kinderen (met namen Emrich, Gijle, Derricken en Jacop) tot momberen gesteld haar omen Derrick Willems en Willem Wolffssoen
Van deze drie komen Emrich, Gijle en Jacob voor in het leenrepertorium als Heijmerinck Jochims, Jacob Jochims en Gese Jochems als erfgenamen van Roelef Heimericks
Gonde or Goude Roelofs blijkt dus een dochter van Roelef Heimericks. En Willem Wolffssoen zijn zwager, getrouwd met Merien Heijmericks, zus van Roelef Heimericks.

.
Tot zover is niet te bewijzen of Roelef Heimericks in Ittersum dezelfde is als Roelef Heimericks in het leenrepertorium. Er zijn geen gegevens, behalve dat ze beide Roelof Heimericks heten en begin 17e in Zalk woonden, die onomstotelijk bij beide horen. Maar ook geen gegevens die uitsluiten dat het om dezelfde persoon kan gaan.

Dan is er een akte in Kamperveen 1649 waarin Roelof Henrijcksen als bestevader van Bijchjen Gerritsen, onmondige kind van Gerrit Gerritsen Backer en Bijchjen Roelofsen, optreedt.
Daarmee lijkt bewezen dat Roelef Heimericks van het leenrepertoir niet dezelfde kan zijn als Roelef Heimericks in Ittersum die in 1638 is overleden.

Echter, er zijn niet alleen in Overijssel archieven, ook in Gelderland. En daaruit lijkt een net wat ander beeld. Probleem is alleen, dat ik de gevonden gegevens niet, of bijna niet, kan verifiëren.
Volgens

Herengoederen op de Veluwe, Ter Stege of Derk Tijmansgoed (in buurtschap Wiesel)
23.11.1632 Roelof Heijmericks, Willem Wolfs huw. Marijken Heijmericks (e.a) tezamen mede erfgenamen van zaliger Henriicxken Heijmeriicx

Hieruit zou je kunnen opmaken dat deze Roelof Heijmericks de Roelof Heijmericks van het leenrepertorium is, want die heeft een zwager die Willem Wolfs heeft.
Echter op internet vind ik:

Heijmerick Jacobss x Truide NN

• Roelof Heymericks, †n 1607, betaalt schatting in Apeldoorn 1592 en in Wolthuis 1594-1606, tr Jenneken Thonis (zoon: Thonis Roelofs, *ca 1585/90, leeft nog 1662 ('in de 70 jaar oud') (Civiele processen Hof, 1662, nr. 58)

• Merrijken tr Willem Wolffsen, †n 1607

Deze gegeven komen uit: E. de Jonge Noord-Apeldoornse Geslachten: Genealogie Huigen (Hoegen/Heijmericks), Veluwse Geslachten, 1990, 294-299
En blijkbaar is men niet op de hoogte van de archieven van Overijssel, omdat de gegevens van Roelof Heymericks en Merrijken na 1607 niet bekend zijn. Maar heeft men blijkbaar wel de huwelijken en de verwantschap kunnen achterhalen in de Gelderse archieven.

Als deze gegevens kloppen, dan is of Roelof Heymericks x Jenneken Thonis dezelfde als Roelof Heymericks van het leenrepertorium, of Willem Wolffsen heeft twee zwagers die allebei Roelof Heymericks heten. En is Merien Heimericks niet de zus van Roelof Heymericks van het leenrepertorium, maar van Roelof Heymericks in Ittersum.

Daarom blijf ik twijfels houden of de akte in Kamperveen gelezen moet worden zoals die nu gelezen wordt. Omdat er zoveel aanwijzingen zijn dat het anders kan zijn.
Met de gegevens uit de archieven van Overijssel zullen we het antwoord waarschijnlijk niet vinden. Een inschrijving in een begaafboek, bijv. heb ik niet gevonden. Dus wanneer voor 1655 Roeloff Heimericks van leenrepertorium is overleden kan ik niet vaststellen. Ook de naam van de vrouw(en) van Roeloff Heimericks van leenrepertorium ben ik nergens tegengekomen Er is enkel die ene akte uit Kamperveen 1949, die zou moeten bewijzen dat hij niet Roeloff Heimericks uit Ittersum is. Ik zou daarvan wel een scan willen zien van die akte. Is die ergens op internet te vinden?

Waarschijnlijk ligt het antwoord besloten in de archieven van Gelderland. Maar zelfs dat is niet zeker.

En als het definitieve antwoord niet te vinden is, dan is het misschien maar beter om te stoppen. Mee eens.

[ria van bessen]

Ik kan in mijn gegevens niets vinden over een Philipbert de Wolfs en ook niet iets wat aanleiding zou kunnen geven om te stellen dat Roelof Heijmerinks in Ittersum dezelfde is.

Dit is de voogdijakte betr. de 2 dochters van Roelof. De voogden lijken geen familie te zijn.

Zwollerkerspel f374 - 5 aug 1638 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Derck Roeloffs, luitenant, en Jan Claessen Brouwer.
Verschenen zijn Willem Seijne tot Ittersum en Hessel Jansen op den Kolck tot Suijthem, die tot mombers zijn gesteld over de twee nagelaten onmondige kinderen van zaliger Roeloff Heijmericks, met name(n) Heijltien en Jennegien Roeloffs, dochters, geprocreerd bij zaliger Henrickien Gijsberts, deze Roeloff Heijmericks zijn laatste huisvrouw. Welke Willem en Hessel de momberschap hebben aangenomen en beloofd hebben dezer kinderen beste te doen, en te "verplegen", en alles te doen, dat goede en getrouwe mombers toestaat.
En zijn deze mombers tot assistent bijgevoegd de E. Roebert van der Beeck, burgemeester, en Albert Arentsen, vaandrig, die mede de voorschreven momberschap hebben aangenomen en beloofd de voorschreven mombers met goede raad te assisteren, en zo veel mogelijk behulpzaam [behulpelijck] te zijn, en der kinderen beste te helpen doen.
Verder is [het] door deze mombers en de verwanten [vrunden] van de kinderen zijn in het Gericht dienstig gevonden en door het Gericht geaccordeerd, dat alle mobilia [meubilen], beesten [bestialen], zaadgewas en huisraad van de boedel van voorschreven Roeloff Heijmerick na voorgaande kerkensprake alhier en ter naast liggende plaatsen te doen, openbaar ten overstaan van het Gericht te doen verkopen tot het meeste profijt van de kinderen door Engbert Willems, en de penningen daarvan te ontvangen, waartoe deze Engbert Willems bij dezen wordt geauthoriseerd, mits [dat] hij daarvan zijn administratie doet en van de ontvangsten behoorlijke rekening, bewijs en reliqua doet.
[Geen ondertekening vermeld].

[ria van bessen]

bericht 2

Er is in Zwollerkerspel een Willem Wolfs die de bestevader is van Merrigien Dries dochter van Dries Dercks en Aaltje Willems [1631]
Is hij de gezochte?